Biologische landbouw: arealen en veestapels, 2011-2023

In 2023 telt Nederland 88 duizend hectare biologische landbouwgrond. Dat is 8 duizend hectare meer als het jaar ervoor. Het percentage landbouwgrond waarop biologisch wordt geboerd ligt op bijna 5 procent. Van het biologische landbouwareaal is 71 procent grasland, 20 procent akkerbouwgrond, 4 procent tuinbouwgrond en 4 procent groenvoedergewassen. 

Areaal biologische landbouwgrond neemt langzaam toe

Tussen 2011 en 2023 is het areaal biologische landbouw met 85 procent gegroeid van 47 naar 88 duizend hectare. De groei vindt vooral plaats in het areaal tuinbouw open grond (plus 102 procent), grasland (plus 91 procent) en akkerbouw (plus 75 procent). Daar waar de andere vormen van landbouw jaarlijks een groei van het areaal laten zien, verloopt de groei in omvang van het areaal tuinbouw onder glas grilliger. Er zijn jaren dat het areaal groeit en jaren dat het areaal afneemt. Ten opzichte van vorig jaar is dit areaal gelijk gebleven. In 2023 is het biologisch landbouwareaal bijna 10 procent groter dan in het jaar ervoor. In 2023 bestaat het biologisch landbouwareaal voor 63 duizend hectare uit grasland, voor 18 duizend hectare uit akkerbouwgrond, voor 4 duizend hectare uit tuinbouw (open grond), voor 3 duizend hectare uit grond met groenvoedergewassen en voor 179 hectare uit tuinbouw (onder glas). Het betreft hier de areaalgroottes van zowel gecertificeerd biologische bedrijven als ook bedrijven die in omschakeling zijn.

Areaal per provincie

De provincies Flevoland (15 procent), Friesland (14 procent) en Gelderland (13 procent) hebben in 2023 het grootste aandeel in het totale areaal biologische landbouwgrond in Nederland. Het biologisch areaal is het kleinst in de provincies Limburg (3 procent) en Zeeland (3 procent). De andere zeven provincies dragen elk zo’n 6 tot 9 procent bij.

Biologische veestapels

In 2023 worden er op de landbouwbedrijven 118 duizend varkens, 92 duizend biologische runderen, 52 duizend biologische geiten en 16 duizend biologische schapen gehouden. Er worden op de landbouwbedrijven 3328 duizend biologische kippen gehouden. Hiervan is het grootste deel leghennen (92 procent).

Certificering

Bij de biologische landbouw wordt geen gebruik gemaakt van kunstmest en chemische gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast zijn er voorschriften voor het gebruik van krachtvoer en diergeneesmiddelen en voor de mogelijkheid voor dieren om naar buiten te gaan. Een landbouwbedrijf mag pas de producten als biologisch verkopen als het een omschakelingsperiode van één tot drie jaar heeft ondergaan en aan de normen van de biologisch certificeringsinstantie Skal heeft voldaan.

Biologische landbouw in andere Europese landen

IIn 2021 bedraagt het aandeel van de biologische landbouw in het totale Nederlandse landbouwareaal 4 procent. In vergelijking met andere Europese landen is de biologische landbouwsector in ons land klein. Het aandeel biologische landbouwgrond in het totale landelijke landbouwareaal was in 2021 flink groter in Oostenrijk (26 procent in 2020), Estland (23 procent) en Zweden (20 procent). (Eurostat, 2024).

Relevante informatie

  • Ook bij SKAL en Bionext is er veel informatie te vinden over biologische landbouw.

Deze indicator is afkomstig van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO). Voor de volledige indicator en eventueel een actuelere versie kunt u deze indicator in het CLO bezoeken.