Voorraad woningen en niet-woningen, mutaties en gebruiksfuncties, 2023

Op 31 december 2023 waren er iets meer dan 8,2 miljoen woningen in Nederland. Daarnaast stonden er bijna 1,2 miljoen niet-woningen, waaronder kantoren, winkels en zorginstellingen. ‘Overig gebruik’ en ‘industrie’ zijn het sterkst vertegenwoordigd onder niet-woningen. Er zijn verschillen in regionale concentratie van deze functies. In 2023 zijn bijna 74 duizend nieuwbouwwoningen opgeleverd. Dit aantal ligt 1,6% lager ten opzichte van 2022. De nieuwbouw van niet-woningen nam echter toe vergeleken met een jaar eerder.

Zuid-Holland tien keer zoveel verblijfsobjecten als in Flevoland

De meeste woningen én niet-woningen staan in Zuid-Holland: in totaal bijna 2,0 miljoen. Dat komt neer op 21,1% van de voorraad in Nederland. Daarmee zijn in Zuid-Holland bijna tien keer zoveel verblijfsobjecten te vinden als in de jonge provincie Flevoland (ruim 208 duizend). Met een aandeel van 87,3% namen de woningen eind 2023 het overgrote deel van de totale voorraad verblijfsobjecten in. In Zeeland lag dit percentage op 78 procent en stonden relatief veel niet-woningen. Nationaal gezien is de Gelderse gemeente Rozendaal koploper met een aandeel woningen van 95%. 

Niet-woningen: vooral industrie en overig gebruik

Eind 2023 bestond ongeveer een achtste van de voorraad in Nederland uit niet-woningen. Daarvan is het grootste deel bestemd voor ‘overig gebruik’ (37,1%), op ruime afstand gevolgd door ‘industrie’ (18,7%). Onder overig gebruik vallen bouwwerken als parkeergarages en gemalen. Onder industrie verstaan we bijvoorbeeld fabrieken en loodsen. Daarnaast beslaan winkels en logiesaccommodaties ieder meer dan 10% van het aantal niet-woningen. 

In bijna alle provincies zijn minder dan 2 op de 10 verblijfsobjecten een niet-woning. Zeeland vormt hierop een uitzondering (22%). In Zeeland zijn hotels en recreatiewoningen sterk vertegenwoordigd. Ruim 35% van het aantal niet-woningen heeft in deze provincie een logiesfunctie. Vergeleken met andere provincies is de vertegenwoordiging van winkels in Zuid-Holland het grootst. Flevoland kent relatief veel industriële objecten, terwijl Noord-Holland een kantorencentrum is. Bij de kantoren is het verschil met de andere Randstadprovincies klein. Naar verhouding zijn de provinciale verschillen het grootst bij de verblijfsobjecten met logiesfunctie. Drenthe heeft relatief gezien de meeste gezondheidscentra.

Verandering van de woningvoorraad

Tussen 2012 en 2023 is de woningvoorraad het sterkst toegenomen in Blaricum en Diemen. In beide gemeenten rond de 30 procent. In Borger-Odoorn, Stadskanaal en Brunssum nam de woningvoorraad nauwelijks toe. Daar bleef de toename ruim onder de 1 procent. 

In het bijgevoegde kaartje zijn alle veranderingen per gemeente te zien. Hierbij is gecorrigeerd voor wooneenheden, verzorgingstehuizen, nagekomen correcties op de voorraad en administratieve wijzigingen. Dit kaartje geeft een beeld van de verandering van de woningvoorraad die voornamelijk wordt veroorzaakt door nieuwbouw, transformaties, sloop, splitsingen en samenvoegingen.

Relevante informatie

  • Meer gegevens over woningen en niet-woningen zijn te vinden in de databank StatLine van het CBS.

Deze indicator is afkomstig van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO). Voor de volledige indicator en eventueel een actuelere versie kunt u deze indicator in het CLO bezoeken.