Fauna van het agrarisch gebied, 1990-2022
Veel kenmerkende diersoorten van het agrarisch leefgebied nemen af. Vooral broedvogels en dagvlinders gaan achteruit. Bij de zoogdieren houdt het aantal vooruitgaande, stabiele en achteruitgaande soorten elkaar in evenwicht.
Trend fauna agrarisch gebied
Sinds 1990 zijn vogels, zoogdieren en dagvlinders kenmerkend voor het agrarisch gebied gemiddeld genomen achteruit gegaan. Van de 47 in deze indicator opgenomen soorten zijn 29 soorten achteruitgaan en 10 vooruit. Met name de dagvlinders en de broedvogels zijn als groep achteruitgegaan.
Boerenlandvogels
In de periode vanaf 1990 namen veel broedvogels van het agrarisch gebied af. Van de 27 soorten ‘boerenlandvogels’ zijn 21 in aantallen achteruitgegaan en zijn 6 soorten toegenomen. Sommige van de soorten die achteruit zijn gegaan, zoals de grauwe gors en kemphaan, waren ook in 1990 al zeldzaam. Maar ook veel algemenere soorten als grutto, kievit en scholekster verliezen flink terrein. Roodborsttapuit en putter zijn de soorten die het meest zijn toegenomen. Zie voor meer informatie de indicator ‘Boerenlandvogels’.
Dagvlinders
In de periode vanaf 1990 namen ook veel dagvlindersoorten van graslanden in populatieomvang af. Dat geldt voor grasland in agrarisch gebied, maar ook voor graslanden in natuurgebieden. Zie voor meer informatie de indicator ‘Dagvlinders van graslanden’.
Zoogdieren
Bij de das hebben zich in de periode vanaf 1990 duidelijk positieve ontwikkelingen voorgedaan. Het aantal hamsters in Nederland is sinds de herintroductie in 2002 toegenomen, de soort is echter nog niet uit de gevarenzone: de laatste jaren loopt het aantal gevonden burchten terug. Kleine marterachtigen (wezel, hermelijn) zijn afgenomen, evenals de haas. Van de twee muizensoorten zijn de trends stabiel.
Oorzaken
Verregaande intensivering en productieverhoging veroorzaken in het agrarisch gebied vermesting en verdroging, waarbij in grasland vroeg en vaak wordt gemaaid, terwijl de gewassen die in monoculturen staan worden behandeld met een nieuwe generatie bestrijdingsmiddelen (neonicotinoïden). Met het verdwijnen van de kleinschalige, extensieve landbouw door ruilverkaveling en schaalvergroting verdwijnen randen en overhoekjes met nectarplanten, waardplanten, voedsel, schuilplaatsen en nestgelegenheid, met als resultaat dat met name de voortplanting van dieren in het agrarisch gebied sterk is afgenomen. Overigens neemt ook het totale areaal grasland af. De hamster profiteert van herintroductie en van een strikt beheerprogramma (al neemt het aantal burchten wel weer af) en ook de das weet zich te herstellen dankzij betere bescherming.
Bronnen
- Boele A., J.W. Vergeer, J van Bruggen, B. Goffin, M. Kavelaars, J. Louwe Kooijmans, K. Koffijberg, A. van Kleunen, J. Schoppers, C. van Turnhout & D. Jansen (2023). Broedvogels in Nederland in 2022. Sovon-rapport 2023/40. Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen.
- Swaay, C.A.M. van, K. Veling, J. Kok, A.J. van Strien (2015). 25 Jaar vlinders tellen. Rapport VS2015.002, De Vlinderstichting, Wageningen.
Relevante informatie
Deze indicator is afkomstig van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO). Voor de volledige indicator en eventueel een actuelere versie kunt u deze indicator in het CLO bezoeken.