Rode Lijst Indicator, 1995-2022

Het aantal bedreigde dier- en plantensoorten is sinds 1995 licht gestegen, maar het gemiddelde niveau van bedreiging is wel iets afgenomen.

40% van de soorten staat op de Rode Lijst

De indicator op het eerste tabblad geeft het jaarlijkse percentage van een vaste set van 1771 soorten uit 7 soortgroepen weer, dat op basis van de trend en toestand in aantallen of verspreiding een bedreigde status heeft als berekend volgens de Nederlandse Rode Lijst methodiek. Het aantal bedreigde soorten is een indicator voor hoe de natuur ervoor staat. Bijna 40% van alle beschouwde soorten is in de jaren 90 van de vorige eeuw op de Rode Lijst geplaatst.


Na een lichte verbetering nu weer meer soorten op de Rode Lijst

Het aantal soorten op de Rode Lijst is iets hoger dan ten tijde van het opstellen van de eerste Rode Lijsten in de jaren 90. Tot het jaar 2005 liep het aantal bedreigde soorten nog licht op, maar in de 10 jaar daarna herstelden populaties van een aantal dier- en plantensoorten enigszins en werden de Rode Lijsten iets korter. De recente stijging in het aantal bedreigde soorten en laat zien dat het herstel kwetsbaar is. De veranderingen in het aantal soorten op Rode Lijsten worden weergegeven met de z.g. "RLI-lengte" (zie tweede tabblad). Als de Rode Lijst langer wordt (dus meer soorten bedreigd) ten opzichte van het referentiejaar 1995, dan komt de waarde boven de 100. Neemt het aantal bedreigde soorten af ten opzichte van 1995, dan daalt de RLI-lengte naar een waarde onder de 100.

De gemiddelde mate van bedreiging is iets afgenomen

De figuur op het derde tabblad laat zien dat van 1995 tot 2015 de mate van bedreiging is afgenomen, maar de laatste jaren weer iets is opgelopen. Soorten op de Rode Lijst worden ingedeeld naar hun mate van bedreiging (Gevoelig, Kwetsbaar, Bedreigd, Ernstig Bedreigd, Verdwenen uit Nederland). De z.g. "RLI-kleur" geeft verschuivingen tussen deze RL-categorieƫn weer. Voor deze indicator geldt: hoe lager de waarde, hoe minder ernstig (minder "rood") de bedreigingstatus van soorten.

Libellen en zoogdieren minder bedreigd

Veranderingen in Rode Lijst-status zijn niet in elke soortgroep hetzelfde. Vooral hogere planten, libellen en zoogdieren zijn gemiddeld minder bedreigd sinds 1995 (zie vierde tabblad), al heeft in recente jaren een aantal libellensoorten een ernstiger bedreigde status gekregen. Ook zijn een aantal plantensoorten de laatste jaren afgenomen in verspreidingsgebied, met een (negatieve) verandering in Rode Lijst-status tot gevolg. De overige soortgroepen laten ten opzichte van 1995 geen herstel zien, al is het aantal dagvlinders met een bedreigde status sinds 2005 wel afgenomen, en is de gemiddelde bedreiging van dagvlinders, amfibieƫn en reptielen t.o.v. 2005 iets lager.

Vooral de meest bedreigde soorten nu iets minder bedreigd

Van de bedreigde soorten is na 2005 een aantal soorten ernstiger bedreigd geraakt, maar er zijn meer die vooruitgingen. Van de "kwetsbare" en "gevoelige" soorten zijn er 40 die verbeterden en 36 die verslechterden. Elf soorten die "ernstig bedreigd" of "bedreigd" waren in 2005 zijn in de periode t/m 2021 verder verslechterd, maar 50 soorten met deze classificaties zijn juist verbeterd. Juist de meest bedreigde soorten zijn er dus wat op vooruitgegaan. Daarbij komt dat er na 2005 meer soorten zijn teruggekomen (12) dan dat er zijn verdwenen (5).

Herstelmaatregelen maken terugkeer van verdwenen soorten mogelijk

De afgelopen drie decennia is veel beleid gevoerd om de achteruitgang van de biodiversiteit te keren. Niet alleen zijn op grote schaal emissies van milieubelastende stoffen teruggedrongen (PBL 2020), maar ook zijn veel gebieden op de schop genomen om natuurwaarden te herstellen (Van der Hoek et al. 2021). Het areaal beschermde natuur is gegroeid, en milieu- en watercondities zijn verbeterd.
Deze verbeteringen zullen eraan hebben bijgedragen dat een aantal soorten in Nederland is teruggekeerd. Zo hebben de verbetering van de waterkwaliteit en herstelmaatregelen van het rivierengebied de terugkeer van de rivierrombout mede mogelijk gemaakt en heeft het herstel van kalkgraslanden waarschijnlijk mede geleid tot de terugkeer van de veldparelmoervlinder. Andere soorten zijn teruggekomen doordat ze zijn geherintroduceerd, zoals otter en pimpernelblauwtje.
Na vele jaren waarin achteruitgang van de biodiversiteit is gemeld - of op zijn gunstigst een afvlakking van de achteruitgang - is er in Nederland de laatste jaren voorzichtige verbetering in de gemiddelde bedreiging van soorten te zien. De recente schommelingen laten zien dat het herstel fragiel is.

Representativiteit en beleidsmatige inkadering

De zeven soortgroepen van de RLI zijn de groepen waarop natuurbeleid en terreinbeheer zich vooral richten en waarvoor het grootste draagvlak bestaat bij het grote publiek. Een beperking is dat deze soortgroepen vooral de land-natuur vertegenwoordigen. Mariene soorten missen zelfs geheel, op een paar zeezoogdieren na.
De Rode Lijst Indicator sluit aan op de internationale verdragen die Nederland heeft geratificeerd, met name het Bern-verdrag, het Biodiversiteitsverdrag en de EU-biodiversiteitsdoelstelling. Deze verdragen moeten tegengaan dat inheemse soorten uit Nederland verdwijnen. De RLI wordt sinds een aantal jaren in de rijksbegroting opgenomen als maat voor veranderingen in de algehele biodiversiteit in Nederland.

Bronnen

Relevante informatie

Deze indicator is afkomstig van het Compendium voor de Leefomgeving (CLO). Voor de volledige indicator en eventueel een actuelere versie kunt u deze indicator in het CLO bezoeken.